De antistollingsmedicijnen, fenprocoumon en acenocoumarol, remmen in de lever de aanmaak van vitamine K afhankelijke stollingsfactoren. Dit verklaart waarom de gevoeligheid van antistollingsmedicatie onder meer afhankelijk is van de hoeveelheid vitamine K aanwezig in de voeding. De standaard Nederlandse keuken heeft een hoog vitamine K gehalte, met name in de winter omdat er dan meer koolachtige groenten worden gegeten. De Oosterse keuken is redelijk vitamine K arm. Het is van belang dat u gevarieerd eet om het effect van de vitamine K uit de voeding op de antistollingsbehandeling beperkt te houden. Ook tijdens de vakantie kan verandering van de voedingsgewoonten dus van invloed zijn op de INR-waarde. Vitamine K rijke voeding: bananen, boerenkool, broccoli, kippenlever, lever, melk, perziken, sla, sojabonen, spinazie, spruiten, zonnebloemolie en zuurkool, waarbij zuurkool er met kop en schouders bovenuit steekt. Vitamine K arme voeding: aardappelen, appelen, avocado, komkommer, maïs, sinaasappelen en tomaten. Bij het gebruik van vitaminesupplementen, als aanvulling op uw voeding, is het belangrijk om op het etiket na te lezen of er vitamine K is toegevoegd. In dat geval wordt het sterk afgeraden deze supplementen te gebruiken. Alleen bij zeer consequent gebruik, dus geen dag overslaan, mag dit wel gebruikt worden.